Screeningslijsten
Het onderzoek is gestart met het invullen van screeningslijsten door ouders, leerkrachten en de leerlingen. De ouderschaal blijkt heel gevoelig te zijn, de leerkrachtenschaal juist niet. Anders gezegd: een thuisomgeving is weinig gestructureerd, dus daar komen veel problemen naar boven. Op school is de omgeving voorspelbaar en gestructureerd. Dan kunnen kinderen zich via hun compensatiemechanisme aanpassen als dat nodig is.
Sociale intelligentie en executief functioneren
Het onderzoek is gericht op twee zwakke functies in het cognitieve profiel van kinderen met autisme: de sociale intelligentie en het executief functioneren. Voor beide zijn geen zwakke profielen gevonden. Het lijkt er dus op dat de tot nu onderzochte jongeren veel kunnen compenseren met hun intelligentie.
Compensatiemechanisme
Qua structuur van de hersenen is geen verschil gezien tussen kinderen met autisme en de controlegroep. Wel lijken de hersenen van kinderen met autisme overgeorganiseerd te zijn om een maximale compensatie te bewerkstelligen.
Bij deze kinderen is de communicatie tussen de ventral stream - waar alle structuren zitten die van belang zijn voor onze emotionele omgeving - en het executieve netwerk verstoord. Het is voor hen dus moeilijk om emoties in de omgeving te organiseren.
De kinderen met autisme zetten dus hun verstand in voor allerlei taken en vooral om te compenseren. Ze gebruiken hun sterke cognitie om hun zwakke aspecten te herstellen. In de praktijk betekent dit dat je in de klas moet voorkomen dat de kinderen constant aan het compenseren zijn. En dus aandacht besteden aan datgene waar ze zwak in zijn.
Samenwerking
Het onderzoek onder supervisie van neuropsycholoog professor Bert Aldenkamp van Kempenhaeghe is gedaan in een samenwerking tussen De Berkenschutse, Kempenhaeghe, het Donders Instituut voor Brein, Cognitie en Gedrag in Nijmegen en de Universiteit van Maastricht.