Kinderen met psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA)
Soms hebben kinderen aanvallen die sterk op epileptische aanvallen lijken, maar dat niet zijn. Zulke aanvallen laten dan geen elektrische ontladingen in de hersenen zien. Ook is er geen sprake van andere storingen in het lichaam, zoals bij flauwvallen of bij hartritmestoornissen. Toch kunnen de aanvallen er precies zo uitzien als epileptische aanvallen. In de meeste gevallen ligt er een emotionele en/of psychosociale oorzaak aan ten grondslag. Om welke factoren het gaat, is zeer verschillend.
In veel gevallen is het kind zich niet eens bewust van die factoren en/of de invloed ervan. Ook voor een arts kan het moeilijk zijn om zogeheten psychogene niet-epileptische aanvallen (afgekort PNEA) te onderscheiden van epileptische aanvallen. Extra ingewikkeld wordt het als iemand zowel epileptische als psychogene niet-epileptische aanvallen heeft.
In Kempenhaeghe ziet een gespecialiseerd team kinderen en volwassenen met psychogene niet-epileptische aanvallen. Dit team helpt bij het goed diagnostiseren van wat er aan de hand is en bespreekt welke opties er zijn voor (vervolg)behandeling. De behandeling vindt bij voorkeur plaats in de directe woonomgeving van het kind.
Soms is het voor het kind - en voor de ouders - moeilijk om aan te nemen dat de aanvallen niet te maken hebben met een lichamelijke stoornis. Ook is het niet gemakkelijk om de diagnose PNEA uit te leggen aan anderen, bijvoorbeeld binnen de familie en op school. Het PNEA-team geeft hierover advies en over hoe met de aanvallen om te gaan.