Aanvalsonderzoek bij kinderen
Soms kan een kind aanvallen hebben en wordt de oorzaak ervan niet duidelijk. Bij een vermoeden op epilepsie of juist twijfel daaraan, kan nader onderzoek in een expertisecentrum zoals Kempenhaeghe meer inzicht in de oorzaak en de aard van de aanvallen verschaffen.
Uit EEG-onderzoek en soms aanvullend onderzoek kan de (kinder)neuroloog concluderen dat het wel om epilepsie gaat. Mogelijk vindt na het vaststellen hiervan nog extra onderzoek plaats om de beste behandeling en begeleiding te kunnen bepalen. Zie daarvoor ‘Als uw kind epilepsie heeft'.
Soms is er sprake van verschijnselen die lijken op epilepsieaanvallen maar dat niet zijn. Een klein deel van de kinderen die Kempenhaeghe bezoeken heeft zogenoemde psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA). Deze kinderen kunnen ook in Kempenhaeghe worden behandeld door een hierin gespecialiseerd team.
Onderzoek kan ook uitwijzen dat de aanvallen mogelijk te maken hebben met een slaapstoornis. Mogelijk stelt de arts dan vervolgonderzoek in het Centrum voor Slaapgeneeskunde voor.
Wanneer de aanvallen vermoedelijk een andere (lichamelijke) oorzaak hebben, vindt terugverwijzing plaats met de aanbeveling een ander medisch specialisme te consulteren.